Voorgeschiedenis van de Boerderij Suderdyk 7
Deze boerderij is volgens de eerste steen in het voorjaar van 1856 gebouwd. Die steen zit hoog in de kopse kant van het voorhuis. De boerderij werd in het weiland aan de toenmalige grintweg gebouwd. Pieter Wijbes Setstra (later: Zetstra) kocht dit perceel en het weiland ernaast in 1827 van de familie Schaap uit Sneek voor fl. 4.550,-. In de verkoopakte werden de weilanden als volgt aangegeven: “…Met ten oosten: land van de Jonkheer Schwarzenberg, ten westen de Rijdweg, ten zuiden land van Bauke Rintjes Buringa cs en ten noorden van Isaac Wouters, nu in huur bij Jan Hettes Hettema…”. Op deze manier werd de plaats van het land nader bepaald, voordat het kadaster in werking trad. Alleen de naam Bauke Rintjes Buringa was een bekende naam uit die tijd in Bozum. “…Met ‘Sint Petrus’ aanstaande konden de kopers het land aanvaarden…” Die feestdag was op 29 juni.
De kopers, het echtpaar Pieter Wijbes Setstra en Grietje Johannes Hoekstra, waren zelf in 1817 al overgekomen uit Weidum. Ze waren toen in de boerderij van nu Postma aan de Tanialeane getrokken, de toenmalige toegangsweg naar het dorp vanaf de Griene Dyk.
Deze uitsnede van de kadastrale hulpkaart 14 van 27 mei 1857 geeft aan waar de nieuwe boerderij in 1856 was gebouwd, het is de in rood getekende boerderij. In het land staat op de tekening ook de plek waar de afgebroken boerderij 22 oorspronkelijk stond: de met een stippellijntje getekende boerderij, midden onder in staat het nummer van het perceel: E210)

Op 25 maart 1856 heeft Grietje Johannes Hoekstra, de Weduwe van de in 1848 overleden Pieter Wybes Zetstra, deze eerste steen gelegd. Zij was de eigenaresse van het land en de boerderij. De S van Setstra is een Z geworden en let op de vergeten s tussen de twee t’s.
Mede door deze eerste steen weten we dat de boerderij aan de Súderdyk dus de ‘vervanging’ is van de afgebroken boerderij nr 22 die in het land lag.
De laatste eigenaars en bewoners van de afgebroken boerderij.
Mogelijk woonde Jan Hettes Hettema er vanaf 1787, het jaar dat hij van Mantgum naar de kerk in Bozum werd overgeschreven. In 1827 werd hij in ieder geval gemeld als naast ligger van de weilanden die Pieter Wijbes Setstra toen kocht. Bij de volkstelling van 1830 (die in december 1929 werd gehouden) woonde Hettema op deze boerderij. Hij overleed op 3 april 1830. Bij zijn overlijden heeft Setstra de boerderij en de weilanden er omheen overgekocht voor fl. 9.019,50. Dat deed hij slim: nadat de provisionele en finale verkoop had plaatsgevonden, bracht Setstra op het laatste moment op het geheel een bod van vijfentwintig gulden hoger uit. Zo hadden alle strijkgeldschrijvers hun percentage en Setstra de boerderij met de weilanden.
In 1840 woont het echtpaar Hijltje Sybrens Wiarda en Janke Pieters Setstra volgens de volkstelling op de boerderij nr. 22, van haar vader. Vermoedelijk woonden ze er vanaf hun trouwen in 1831. Ook in 1848, zo meldt de volkstelling van dat jaar, woonden ze hier. Doordat in de volkstelling van 1840 bij het huisnummer ook het kadastrale nummer, E 211, van die boerderij staat geschreven, weten we dat ze op de boerderij daar midden in het land woonden. Dat is de in 1856 afgebroken boerderij. Dat jaar verhuisden ze naar de nieuwgebouwde boerderij aan de toenmalige grintweg, de Súderdyk. Het huisnummer 22 ging mee naar de nieuwe boerderij.
Uitsnede van de Kadastrale hulpkaart 55a van de spoorlijn door het gebied van Bozum uit 1882. Duidelijk is onderaan nog het perceel E597/927 te zien waar overheen het tracé van de spoorlijn is gepland. Daar stond tot in 1856 de boerderij. De boerderij in perceel E690/E924 is de boerderij aan de Súderdyk. In potlood is nog steeds het oorspronkelijke tracée van de Súderdyk te zien. Jappie Lanting meldde in zijn verhaal in de Doarpsskille’ over de boerderij, dat ze, toen het spoor was aangelegd, altijd over het spoor naar het hooiland moesten. Een heel gedoe met openen en sluiten van hekken om het vee in de weide te houden.

De Bewoners van Bozum 22 in 1848, de boerderij in het land (uit de volkstelling van 1848). De vijf kinderen en de knecht staan ook vermeld.
Eigenaars (en enkele bewoners) van de nieuwe boerderij Súderdyk 7.
Voorop moet u goed weten dat de familie Wiarda niet echt origineel was in het voornamen bedenken. Zeker niet voor de erf-opvolgers. Vandaar dat hier heel verwarrend voortdurend sprake is van Hyltje Sybren en Sybren Hyltje. Met hun echtgenotes en hun geboorte- en overlijdensjaar heb ik onderscheid tussen de generaties gemaakt. Hopelijk kunt u zo het verloop van de generaties blijven volgen.
Voor de duidelijkheid het volgende lijstje van de eigenaars van de boerderij:
1. Als eerste noemen we de eigenaar vanaf 1830: Pieter Wybes Zetstra en van af zijn overlijden in 1848, de weduwe Grietje Johannes Zetstra-Hoekstra. Zij blijft tot haar overlijden in 1866 de eigenares. Wel blijkt dat de woning vanaf de nieuwbouw bewoond wordt door dochter Janke met haar man Hijltje Sybrens Wiarda (*1806 – +1895).
2. In de periode 1866-1887 is dochter Janke Pieters Zetstra met haar man Hijltje Sybrens Wiarda (*1806 – +1895) eigenaar. Zij woonden er tot 1884.
3. Eigenaar van 1887–1914. Na haar overlijden erfde Sybren Hyltjes Wiarda (*1832- +1912), getrouwd met Antje Durks Kalma, de boerderij. Zij hebben er niet gewoond! Wel heeft hij in 1909 de arbeiderswoning Súderdyk 5 laten bouwen. Twee jaar na zijn overlijden werd in 1914 de erfenis geregeld.
3. Eigenaar van 1914–1938: Hijltje Sijbrens Wiarda (*1861 – +1925) met zijn vrouw Jeltje Sijbrands Wiarda. Zij hebben er vanaf 1884 tot in 1914 gewoond. De vertraagde vererving komt hier doordat de echtgenote ‘pas’ juli 1937 sterft.
4. Eigenaar van 1938-1958: Sijbren Hyltje Wiarda (*1888 – +1947) met zijn vrouw Grietje Gerbrandy. (*1888 – +1948) en daaraan verbonden: de kinderen. Hij woonde In Nijland. De kinderen hebben de boerderij pas in 1958 verkocht.
5. Jelte Albada, getrouwd met Akke Smink, koopt de boerderij in 1958 de boerderij van de kinderen van Sijbren Hijltje en Grietje.
6. Medio 1983: Sipke en Reina Speerstra
De bewoners.
In 1856 verhuist het echtpaar Hijltje Sybrens en Janke Wiarda-Zetstra (Hij leefde van 1806 tot in 1895) van de af te breken boerderij naar de nieuw gebouwde boerderij aan de Grintweg. De boerderij bleek in 1860 het nummer 32 gekregen te hebben.
Vader Pieter Wijbes Zetstra was al op 10 mei 1848 overleden. Zijn weduwe Grietje Johannes Zetstra-Hoekstra bleef zoals al gezegd, eigenares tot maart 1866 toen zij overleed. Bij de verdeling van de erfenis onder de nabestaanden bleek dat boerderij met alle bijbehorende weilanden fl 4.460,- meer waard was dan het deel van de erfenis waar dochter Janke recht op had (Dat was in totaal fl. 44.005, 70). Dus door 4,5 mille in de erfenis in te leggen voor de overige erfgenamen, kwam de boerderij in haar bezit. Ze woonde dus vanaf juli 1866 eindelijk in haar eigen boerderij.
Mei 1887 vertrokken ze naar Scharnegoutum, maar niet vanuit de boerderij. Hun huisnummer was in 1860: 32. Toen ze verhuisden in 1887 woonden ze op nummer 77. Dat betekent dat ze tussentijds waren verhuisd naar nr. 77, wat nu Waltawei 10 is. Op het moment dat zij van de boerderij naar het dorp verhuisden, op 12 mei 1884, trok zijn kleinzoon Hijltje Sijbrens Wiarda (*1861 – +1925, hij was ook de toekomstige derde generatie Wiarda-eigenaar!) met zijn vrouw Jeltje Sijbrands Wiarda in de boerderij aan de Súderdyk. Die wisseling van de wacht op 12 mei 1884, blijkt uit het feit dat de jonge Hijltje Sijbrens Wiarda (*1861 – +1925) met zijn vrouw op die datum op nummer 32 werd ingeschreven.


Rond 1887 wordt de boerderij overgeschreven op naam van de tweede Wiarda erfgenaam: Sybren Hyltjes Wiarda (*1832- +1912), getrouwd met Antje Durks Kalma. Zij hebben er overigens niet gewoond, wel zijn zoon. Hij was de tweede generatie Wiarda-eigenaar en de vader van de toenmalige bewoner Hijltje Sijbrens Wiarda (*1861 – +1925), getrouwd met Jeltje Sijbrands Wiarda. Hij wordt vanaf ±1915 de derde Wiarda-eigenaar. Pas in 1937 wordt een en ander overgeschreven naar de vierde Wiarda, zijn zoon Sybren Hijltjes Wiarda (*1888 – +1947) getrouwd met Grietje Gerbrandy.
In 1914 is Wiarda (*1861 – +1925) naar Nijland verhuisd en kwam er een pachtboer in. Dit was Tjitze Bouma.

Jappie Lanting haalt in zijn verhaal in de Doarpsskille van maart 2002 herinneringen op aan de boerderij. Zo gaf hij aan dat de grootouders van Swaentsje Kroes, Tjitze en Uilkje Bouma, er een jaar of tien hebben gewoond en gewerkt. Ze kwamen Juni 1914 van De Tijnje en vertrokken mei 1924 naar Nes (Utingeradeel) waar moeder Uilkje geboren was. Swaentjes vader Johannes is hier in Bozum in 1915 geboren. Dit gezin volgde de laatste Wiarda (Hijltje Sijbrens, *1861 – +1925) op als eerste pachter en nieuwe bewoner van de boerderij. Rients Jurna en Martina Cornelia van der Weide waren met ingang van mei 1924 de volgende pachters. Hij kwam van Tjerkwerd en was van katholieke huize. Dit wist Lanting van zijn baas Ate de Vries, omdat hij voordat ze er kwamen wonen, de vloer moest verven. Echter de Pastoor van Oosterwierum had juist het huis rijkelijk met de wijwaterkwast gezegend. Moest eerst de vloer weer een dag drogen, voordat De Vries aan de gang kon gaan. Tot wanneer Jurna hier heeft geboerd, is niet bekend, omdat vanaf 1930 de bevolkingsboekhouding nog niet openbaar is. Ook noemt Lanting nog twee gezinnen (Vader en zoon? of broers?) Van der Meer, die hier gewerkt hebben. Mogelijk hebben die tot 1955 op de boerderij gewerkt.


Tenslotte heeft Andries Sinnema de boerderij gepacht. Hij is getrouwd in 1938 met Martentje Steenhuizen. Ze zal in het Frysk Metsje geheten hebben, maar in die tijd mochten er nog geen ‘Fryske nammen’ in de Burgerlijke Stand worden gebruikt, vandaar dat ze in de Burgerlijke stand Martentje heette. Wanneer ze op de plaats zijn gekomen, weten we niet. Wel dat er in 1949-1950 geen Sinnema in Bozum woonde. Vermoedelijk zal hij, met een natte vinger, over de periode 1955 tot 1965 de boerderij hebben gepacht.
Een niet-Wiarda wordt de eigenaar.
In die periode hebben de kinderen van Sybren Hijltjes, Hijltje en Tjitske Wiarda, de boerderij in 1958 aan Jelte Albada verkocht, zo blijkt uit de kadastrale gegevens.


Andries en Metsje Sinnema hadden in die tijd de boerderij gepacht en wilden dat graag doorzetten. Dat lukte tot omstreeks 1963.

Toen werd Sinnema ziekelijk en zijn ze naar Weidum verhuisd. Daar is hij in 1965 overleden en zijn vrouw in 1966. Vanaf 1963 tot in 1982 woonde de familie Jelte Albada hier. Ze hebben de boerderij nog verbouwd. Onder andere is de Lijkdeur er uit gehaald en het middelste raam er voor in de plaats gezet. De middelste raampartij is toen dichtgemetseld. Vanaf 1983 mogen Sipke en Reina Speerstra zich eigenaar noemen. Ook zij hebben de boerderij verbouwd, doordat het een Monument was geworden werd het financieel lastig om te bekostigen, maar de verbouwing is wel uitgevoerd. Toen er een nieuwe ligbox in gebruik werd genomen, is de vloer van de deel in de ‘romp’ rechtgetrokken. Na veertig jaar is het werk aan de boerderij stilgelegd. Niet alleen de bewoner Tjitze Bouma van deze boerderij zat in het bestuur van de Christelijke school, ook Mevrouw Reina Speerstra heeft zich als bestuurslid in dit bestuur geweerd.
Bronnen:
Het Kadaster
Het verhaal van Jacla (Jappie Lanting) in de doarpsskille van maart 2002 (33e jaargang)
www.alleFriezen.nl
Gegevens en foto’s van Teatske
Foto’s van Frans