De geschiedenis van een van de oudste huizen van Boazum:
De Havens 23
Dit huis geldt als een van de oudste huizen in het dorp.
Van de huidige bewoner, Jaap Nieuwenhuis, kregen we de aantekeningen van Philippus Breuker over de geschiedenis van De Havens 23.
daarin staat het volgende.
1625 tot en met 1804.
Het huis werd gebouwd in of ca 1625 op grond die daarvoor onbebouwd was geweest. Het werd gebouwd door Dirk Andries, die voordien huurboer was geweest, maar toen turfschipper werd. Hij stierf in 1661.
In 1661 werd het huis verkocht aan boer Jetse Sybouts, die het niet zelf bewoonde. Dat deed Thys Clasen. Hij woonde er in 1674 nog en was wellicht ook schipper.
In 1694 werd het bewoond door de Families Ulbe Heerkes en Gerrit Reivers. In dat jaar kocht Andries Dirks het voor 250 Carolus guldens en hij ging er zelf wonen.
Van zijn weduwe kocht koopman en veerschipper Pytter Jentjes het huis in 1722. Hij had er ook een winkel waarin o.a. smeer, zout en bonen werden verkocht, peldegarst, olie en bezems.
Hij werd opgevolgd door (zijn zoon?) Tjomme Pytters. Ook veerschipper, omstreeks 1760.
Na hem kwam in 1790 zijn zoon Pytter Tjommes, weer veerschipper. Deze verkocht het huis in 1793 voor 470 Carolus gulden aan (zijn Zwager?) iemand uit Lemmer.
De weduwe van de Lemster verkocht het in 1802 weer voor f 500,- aan Ane Pieters Waller uit Bozum. Die deed het in 1804 van de hand voor fl .700,-
De verbinding met de negentiende-eeuwse eigenaars en bewoners werd nog niet gelegd.
Tot zover de aantekeningen van Philippus Breuker.

Vanaf 1832.
Aane Pieters Waller, met wie Breuker in zijn aantekeningen eindigde, verhuisde per 8 juni 1810 naar Leeuwarden. Vermoedelijk is het huis rond die tijd overgegaan naar een nieuwe eigenaar. Echter: vanaf 1804 tot 1832 hebben we geen aanwijzingen wie die eigenaar zou zijn geweest. Pas vanaf 1832 staat het eigendom van huizen en weilanden geregistreerd in het Kadaster. Dit huis vinden we terug bij de eigendommen van Izaak Wouters, Oliemoleneigenaar in Sneek. Hij heeft in Sneek verschillende huizen en in Boazum bezit hij naast De Havens 23 ook een Stathe, te weten de huidige boerderij van de Familie Schuurmans op de Sylsterdyk 3. Wouters wordt wethouder van Sneek en bij zijn overlijden blijkt hij zelfs Statenlid te zijn! Hij was buiten gemeenschap van goederen getrouwd met Catharina Hesselink.
In 1840 wordt Symen Oenes de Vries de eigenaar. Hij is bij zijn trouwen met Sjoukje Jacobs Reidsma, in 1833, boerenknecht, een paar jaar later (1836) inlandse kramer (zeg maar: kruidenier) en bij de geboorten van zijn overige kinderen tot in 1858 is hij slager en woont op nr. 42. In het kadaster gaat het eigendom per 25 juli 1859 over op de zoon Jacob Sijmens de Vries “en verdere erfgenamen” van vader Sijmen. Die dag is hij overleden.
1870 – 1910 Molle Eises Eisma geeft het huis de definitieve vorm
Februari 1870 koopt Schoenmaker Molle Eises Eisma het huis van de erfgenamen voor fl. 950,–. Eisma was oorspronkelijk kleermaker, maar van mei 1856 tot mei 1862 ging hij bij Jan de Nes in Akkrum aan het werk om het schoenmakersvak te leren. Zijn jongere broer Johannes Eises was ook schoenmaker. In mei 1862 trok hij als volleerd schoenmaker weer bij zijn moeder in. Molle trouwde in 1868 met Martha Doekes Harkema uit Dokkum, die als dienstmeisje in Boazum woonde en werkte. Molle trouwde niet alleen vanuit het ouderlijk huis, maar bleef ook nog een paar jaar bij zijn moeder inwonen. Pas in 1870 verhuisde hij met zijn vrouw naar zijn nieuw gekochte woning op huisnummer 42. Volgens de Bevolkingsboekhouding verhuist hij sindsdien ook nogal eens, tussen 1870 en 1914. Terwijl hij wel eigenaar van dit huis blijft! Dat zouden vernummeringen kunnen zijn, maar ook verhuizingen, bijvoorbeeld in een huis van de familie gaan wonen. Dat wordt niet duidelijk, noch wanneer dat plaatsvond. Ze komen bijvoorbeeld ook weer op nummer 49a terecht, zijn ouderlijk huis.
Molle verbouwt het huis een paar keer. Het wordt in 1876 in tweeën gesplitst. Bij elkaar zijn de huisjes 220 m2 groot. Het zou een scheiding kunnen zijn om zijn werkplaats voor het repareren en verkopen van schoenen te maken.



De vraag is of het huis in die tijd ook in tweeën werd bewoond. Het lijkt me realistischer om te vermoeden dat er een woning en een werkplaats in het huis gevestigd was. Maar tussen deze overweging en de tijd waar over we het hier hebben, zit wel 140 jaar! Met alle veranderde gewoonten van dien.
In 1883 wordt er een nieuwe verdeling gemaakt. Het kleine linker huisje met 770 krijgt nu de tuin erbij plus nog een uitbreiding ervan. Het rechter huisje staat nu dus in de tuin van het linker huis. Bovendien blijkt de tuin groter te zijn geworden. Plus dat er nog een schuur bijgebouwd is van 10 m2. Zo is de definitieve situatie van De Havens 23 tot stand gekomen. Uiteraard zijn er nieuwe kadastrale nummers gegeven: 1140, 1141 en voor de schuur 1142. Negentig jaar later in 1975 kocht Tjitske Hovens-Greve het huis met deze zelfde kadastrale nummers.
Op deze kadastrale werktekening vind je -met groen ingetekend- De Havens 23 gedeeltelijk onder het verzuurde plakband. Als je goed kijkt, zie je de rode stippellijn door de beide huisjes gaan en door het omliggende grondgebied van het huis. Het is verwarrend dat de rode lijn ook over het pad langs het huis loopt! Nu staat It Heech 1, Huize Wijnia, er wel op. Dit is dus begin jaren tachtig van de 19e eeuw gebouwd. De blauwe strook links boven was het eerste haventje, waarnaar de nieuw straat in 1971 naar is vernoemd.
Eigenaren in de 20e eeuw
Of het echtpaar Molle Eisma en Martha Harkema hier nog steeds woont, Is niet duidelijk: de huisnummering achter hun namen in de Bevolkingsboekhouding geeft aan dat ze nog al eens verhuizen. Ze blijven echter wel eigenaar van het pand. Per 12 mei 1910 trekken ze bij hun dochter Aafke in, die samen met haar man bakker Hinne IJlstra in Boazum woont van 1903-1917. Molle en Martha overleden een paar maanden na elkaar in 1914. Echter het huis werd pas in 1922 gekocht door tuinman Sybren Langhout (*1857 – +1939) uit Zweins.
Langhout had trouwens nog twee huisjes in Boazum, ook op It Amelân. Die zaten vast aan de oude boerderij van Folkert Cuperus, de steenhouwer, aan de Boazumer Vaart. Elk 25m2 groot. Op deze plek zijn uiteindelijk de Havens 14 en 12 van de Familie Koopmans en van wijlen Laas Bonnema gebouwd.
Sybren Langhout bracht zijn laatste levensjaren door bij zijn nichtje Dieuwke Langhout in Dronrijp. Zij was getrouwd met Sjoerd Wijnalda. Langhout stierf in maart 1939 en het huis aan De Havens ging toen over naar Wijnalda.

Pas in 1952 heeft Anne Gerbens Stenekes het huis gekocht, als dienstwoning voor zijn knechten.
Tjitske Hovens-Greve heeft het in 1975 van hem gekocht. Zij heeft het volledig laten renovereren.
Tenslotte heeft Jaap Nieuwenhuis het betrokken en woont er tot dusver met zijn gezin met veel genoegen.
Bewoners in de 20e eeuw
Tot in 1910 heeft de Familie Eisma er gewoond. Dat jaar zijn ze, zoals al gezegd, bij hun dochter in komen wonen. Hun huis had toen nr 42.
Minne Jellema is er tussen 1910 en 1916 komen wonen: vanaf 1903 woonde hij op het schip, verhuisde vóór 1916 eerst naar huisnummer 73 (dit huisje is onderdeel van de oude boerderij van Couperus op It Amelân).
Hij verhuist dan naar 69 (het achterhuis van wat nu De Havens 19 is). Bij deze verhuizingen is geen datum gegeven in de bevolkingsboekhouding.
Per 12 mei 1923 verhuist hij tenslotte naar Boazum 62. Het voorhuis van De Havens 23, gezien vanaf de huidige De Havens! Hij heeft hier tot zijn dood op 22 maart 1933 gewoond. Zijn vrouw Liesbeth Donia stierf op 9 december 1933. Beide overlijdens werden op het gemeentehuis aangegeven door Sipke Douma, schoenmaker en Auke de Jong melkrijder.
Minne’s zoon Ane heeft er al eerder in gewoond. Hij trouwde januari 1916 met Feikje Statema. En kwam in het achterhuis te wonen. Juni 1916 verhuist het paar schijnbaar met jonggeboren dochter Johanna van huisnummer 42 naar nummer 63. Samen met nr. 62 is huisnummer 63 het nieuwe nummer dat de twee huizen in het huidige De Havens 23 toen kreeg! Ze zijn er dus gewoon blijven wonen. Zij hebben in het achterhuis gewoond
Dan verhuizen Ane en Feikje een aantal keren binnen Boazum en op 30 mei 1930 vertrekt hij met zijn gezin van Boazum 117 naar Grouw. (117 was toen de boerderij van Cuperus op It Amelân!). Ze komen per 12 mei 1933 terug naar Boazum 62! De woning van zijn moeder!
Het eerstvolgende bericht dat ik na mei 1933 over hem vond is de mededeling op een gezinskaart van Huizum, dat ze in 1935 al twee jaar in Huizum wonen. Ze hebben waarschijnlijk hoogstens tot het overlijden van zijn moeder in december 1933, in Boazum gewoond.
Ane was trouwens de broer van Jeltje Jellema, de vrouw van Tsjerk van der Veen (Tsjerk Vutter) die we in de verhalen over ‘It Amelân’ zijn tegengekomen. Zij was bolkoer-rinster en baakster en heeft precies bijgehouden wie ze allemaal ter wereld had geholpen. Al die boeken zijn jammer genoeg nooit meer boven water gekomen.
Over de periode van 1933-1938 is niet bekend wie er heeft gewoond. Dat is in de bevolkingsboekhouding niet meer na te gaan. Na 1930 werden in Baarderadeel de persoonsgegevens niet meer op gezinskaarten bijgehouden, maar op persoonskaarten. Die zijn niet openbaar.
In 1938 woont Jan van der Veer er. Hij trouwde in 1938 met Geeske Vis. Toen woonde hij al enige tijd in Boazum. Hij werkte bij steenhouwerij Couperus. Jan is geboren in 1914 in Oostermeer en na enige omzwervingen als boerenknecht belandde hij in Boazum. In 1949 is het gezin vertrokken.
Daarna heeft de familie Yde en Geertje Hiemstra-Meijer van 1950 – 1954 in het voorhuis gewoond.
Geertje was een jongere zus van Egbert Meijer, die op De havens 2 woonde.
In die tijd woonde Roel van der Wal achter en had in zijn huis ook een winkeltje met zaden, laarzen en klompen. Hij stierf in november 1955, 63 jaar oud. Na zijn overlijden is dit deel van het huis onbewoonbaar verklaard.

Van 12 mei 1956 tot in 1962 woonde de familie Kees Merkus er, met de tweelingen Wout en Hielke en Sietske en Jelle. Zijn vrouw Griet zette de nering van Roel van der Wal in de klompen, laarzen en zaden nog een jaar of drie voort in het achterhuis. Kees werkte als knecht op de boerderij van Stenekes op Makkum. Mede door de mechanisatie kwam hij in de wegenbouw terecht. Onder andere bij Dijkstra Aduard – Wegenbouw. Hij moet loeisterk zijn geweest. Dat bewees hij door in 1970 met een kruiwagen vol zand van zijn werk in Harlingen de 30 kilometer naar Boazum te lopen. Tussendoor heeft Merkus nog enkele keren bij Stenekes gewerkt, omdat het werken bij de boer toch nog trok. De familie Merkus verhuisde naar wat nu Dokter Miedemastrjitte 1 is.
1962-1968 woonde de familie Ate en Lipkje Douma hier.
Zij zijn in 1968 met de familie Boomsma (loonbedrijf) van de Dr. Miedemastrjitte 12, naar Duitsland vertrokken om daar een Boerenbedrijf te runnen.

In de periode 1968-1974 woonde de familie Willem en Durkje Sytema op wat toen nog in de volksmond De Kamp heette. Willem was ook aan het werk bij Anne Stenekes sr. op Makkum. In 1974 werd hij brugwachter in Akkrum, bij de NS. Zij zijn toen verhuisd naar Waltawei 8. In 1982 zijn ze op De Pôlle 18 komen te wonen.

1975-1990 mevr. Tjitske Hovens-Greve. Zij is in Boazum terecht gekomen, omdat haar zoon Frans de Groot toen op de Dokter Miedemastrjitte woonde. Zij viel voor het oude huis en heeft het tot een gerieflijke woning omgetoverd.
1990-heden Jaap Nieuwenhuis en gezin.
De renovatie in 1975-1976
Wat eraan voorafging. Zoals al werd aangegeven is er tussen 1883 en 1975 kadastraal niets meer aan huis en tuin veranderd. De foto’s van de achterkant van het huis geeft aan wat daarvan het resultaat was en dat het terecht onbewoonbaar verklaard werd in 1956.
Het huis was van 1883 tot in 1975 als volgt ingedeeld:

Tijdens de restauratie van het huis is alleen een deel van de muur van de huiskamer van de linker woning blijven staan. Op de tekening: de hoek links onder. Buitenom zijn de overige muren verder nieuw opgetrokken. Binnen zijn de muren iets verschoven en zijn de ruimten enigszins anders ingedeeld.
In feite is het huis dus compleet vernieuwd. De Boazumer aannemer Hendrik Grijpstra is er mee begonnen. Toen hij niet meer in staat was om het werk te doen, heeft de Spannumer aannemer Harkema het afgerond.
Tjitske Hovens-Greve heeft er zo voor gezorgd dat een afgeschreven bouwval heeft plaats gemaakt voor een nieuw huis in oude stijl.





Bronnen:
• Mededeling met gegevens van vóór 1804 van Philippus Breuker,
• Mededelingen van Frans Tolsma, Jappie en Teatske Lanting over de bewoners in de 20e eeuw
• Foto’s en documentatie van Mevrouw Hovens-Greve, betreffende de renovatie van het huis in de 1975-1976. Met dank aan Jaap Nieuwenhuis.
• Eise Eisma – ‘De irritante Grijsstinten rond mijn grootouders Eise Eisma & Sijtske Kok’, eigen uitgave, 2013
• https://allefriezen.nl voor geboorten, huwelijken en overlijdens, alsmede notariële akten,
• https://mijn.kadaster.nl/portaal. De Archiefviewer van het kadaster