De Sanering van Bozum, hoofdstuk 3c De echte rem op de afbraak

De echte rem op de afbraak

Gezien de loop van de geschiedenis, lijkt het achteraf, dat deze brief een keerpunt heeft veroorzaakt in het beleid van de gemeente. In feite is het wel de opmaat geweest om de rem echt op de afbraak te zetten. In oktober 1970 is er overleg met Monumentenzorg en daar is de nieuwe wethouder Tjerk Johannes de Jong ook bij als informele vertegenwoordiger van de gemeente. Toen werd de tweede en definitieve stap naar het stoppen van verdere afbraak gezet. In die vergadering blijkt dat Monumentenzorg haar handen van de oude Bakkerij aftrekt, als de huisjes rond dit monument wel worden afgebroken. Dat zou namelijk de waarde van de bakkerij als monument erg omlaag halen. Zodoende werd afgesproken om het blok huizen te behouden, tussen de woningen van Dokter Heins, (Waltawei 10) mevrouw Hoitinga (Waltawei 16), Mevrouw Jitske van Dijk, (Tryntsjebuorren 1), Lútzen Groen (De Havens 7) en de oude woning van Willem van der Meer (Dokter Miedemastrjitte 2). Een en ander zou door de gemeentelijke afgevaardigde op het gemeente huis voorgesteld worden.

Vanaf dat moment zijn door de gemeente geen nieuwe initiatieven meer genomen om nog meer huizen op te kopen. Wat nog in procedure was, werd afgerond. Zoals de schuur van Boomsma -dat was de oude werkplaats van de Steenhouwerij Cuperus achter Dokter Miedemastrjitte 8- en de stal van Klaas van den Berg, achter Tryntsjebuorren 1. Op de een of andere manier zal de brief van Doarpsmienskip en de druk van Monumentenzorg indruk hebben gemaakt. Jaren later, eind 1975, geeft de gemeente naar het ministerie van VROM aan dat de gemeente vanaf 1970 niet verder is gegaan met aankopen van woningen en afbreken. Daarmee verklaarden ze dat er geen aanvragen meer waren gestuurd voor subsidies voor de afbraak van huizen.

Maar voor het zover was, hielden ze het dorp jarenlang in onzekerheid en frustratie over wat er in de toekomst nog meer zou worden afgebroken. Dat blijkt wel uit het norse jaarverslag op rijm over 1971 en 1972 van Dokter Volkers in de Doarpsskille en de wel wat veel angst en onzekerheid uitstralende, maar mooi gecomponeerde brief van mevrouw Heins in maart 1972.

De brief van mevr. Heins aan de Planologische dienst, een paar maanden later. Hieruit spreekt opnieuw de frustratie, de angst en de onzekerheid over wat er nog komen kon.

 

We gaan naar het jaarverslag van Doarpsmienskip over 1970: het nieuwe bestemmingsplan komt maar niet van de tekentafels, meldt de secretaris van Doarpsmienskip. En: het plan om een woning te bouwen op een stuk grond van 1.000 m2 wordt tegengewerkt (Dat gaat over de bungalow De Pôlle 12a. Daar heeft initiatiefnemer Jasper Baan goed 6 jaar aan gewerkt om die eindelijk voor elkaar te krijgen). Als klap op de vuurpijl worden in november 1971 16 woningen aan Mantgum toegewezen, die naar Jorwerd gaan, als die niet in Mantgum kunnen worden gebouwd. Algemeen is de stemming: “In Bozum wordt afgebroken, maar de premies gaan naar Mantgum!”. Dat dorp zou daarmee meer de uitstraling van een centrumfunctie gaan krijgen. De gemeente ging in die tijd geheel volgens de Provinciale richtlijnen, uit van twee centrumdorpen in de gemeente: Mantgum en Winsum, vandaar. Bozum zat aan het ondereind, om niet te zeggen het achterspeen!
Een doekje voor het bloeden was het nieuws dat de nieuw te bouwen school toch een permanent gebouw werd in plaats van een tijdelijk gebouw. “…want het scheelt niets in afschrijving en onderhoud ten opzichte van een semipermanent gebouw…”. Bovendien werden er op dat bouwterrein ook nog 6 huurwoningen gebouwd!
Achteraf heeft Bozum qua woningbouw in feite vooral voor zichzelf gezorgd: De van Canada naar Friesland teruggekeerde timmerman Hendrik Grijpstra had de plaatselijke timmerzaak van de in oktober 1967 overleden Piet van den Berg overgenomen. Hij heeft sinds die tijd de meeste nieuwe woningen in Bozum (af-)gebouwd: Waltawei 1-3 was al door Piet van den Berg begonnen, Altaplein 6-8, De Havens 14-12 en de vijf bejaardenwoningen De Havens 9-17! Soms deed hij dat op eigen risico. Want niemand wilde bijvoorbeeld Altaplein 6 kopen. Dus is hij er in arren moede zelf maar een paar jaar ingetrokken. Zo kon hij de woningwetpremie nog ontvangen. Anders had hij er helemaal verlies op geleden!
Later heeft hij onder andere in opdracht van mevrouw Hovens-Greve nog De Havens 23 verbouwd. Het is jammer dat hij op een gegeven moment erg last van zijn rug kreeg en werd afgekeurd.
Het resultaat van deze strijd om het behoud van  de woningen, zien we in het volgende, derde overzichtsplaatje van Bozum. De afgebroken huizen en gebouwen zijn rood gekleurd en de geplande woningen die niet werden afgebroken, groen. Deze zijn dus gespaard gebleven. Het rood en groen gekleurde huis was een woning met winkel. Het is in 1972 afgebrand. Het werd ook zo herbouwd. Toen de echtgenote van kruidenier Klaas Sijbesma in 2001 overleed, verkocht Klaas het geheel. De volgende bewoner heeft winkel en woning tot een ruime woning verbouwd.

Nogmaals het kaartje van Bozum zoals het er tot eind Jaren ’50 bestond met de saneringsplannen. Maar nu met het resultaat van de gemeentelijke activiteiten. De groen ingekleurde woningen zijn blijven bestaan, de rode gebouwen zijn daadwerkelijk afgebroken. Het geplande stratenplan is slechts gedeeltelijk uitgevoerd: Alleen De Havens is doorgetrokken. De Kerk en de Pastorie aan De Poel, waren blijkbaar onaantastbaar. Bij de Tryntsjebuorren 2 is de schuur eind jaren ‘70 door Lau Venema afgebroken, toen hij de verzameling woninkjes in de woonboerderij verbouwde tot één woning. Achteraf is het ook opvallend dat de woningen 126 t/m 130, nu De Havens 19, 23 en 27, de dans zijn ontsprongen. Het huisnummer 130 (De Havens 27) kwam zelfs nergens voor op de saneringslijst van de Gemeente, terwijl er op de tekening wel degelijk op die plek een nieuw huis was gepland!