Harm Lautenbach

Harm Lautenbach, de jongste zoon van Folkert en Jantsje Lautenbach- Broos werd in november 1903 in Bergum geboren als 4 de kind, hij had nog een broer en twee zussen die ouder waren. Hier in Bergum is hij groot gebracht.


Hij leerde Trijntje de Vries kennen en trouwden op 11 mei 1929. Ze gingen wonen in een arkje in de Franekervaart onder Britswerd hier woonden ze de eerste twee jaar. Anne werd op 10 maart 1930 geboren. En Jantsje werd 28 juni 1932 geboren. Harm was landarbeider bij Pieter Stjerps (scheldnaam ?) waar in de jaren 60 Jan Bonsma woonde en later Gjalt en Jeltsje Stenekes. Het arkje werd te klein, en de familie verhuisde naar Kromwal naast de bakkerij, en de werf van Ids v/d Werf. Folkert werd op 3 november 1935 geboren. Harm heeft 8 jaar gewerkt bij Pieter Sjerps? In die ochtend na het melken verhuisde op 11 mei 1937 de familie naar

Bongier 1 in Boazum. Harm werd landarbeider bij Tjitte de Wolf, waar ook Sjoerd Dijkstra als arbeider werkte. Hier moest hij die zelfde dag ’s avonds melken. Harm was een harde werker, als hij klaar was bij de boer ging hij bij boeren in de omtrek de sloten hekkelen. De oorlog brak uit met de melkstaking als gevolg. De melk werd in sloten geloosd. Maar Harm nam de melk mee naar huis, soms wel tachtig liter om er boter van te maken. Omdat ze buiten het dorp woonden en gereformeerd waren, wist de ondergrondse ze in de oorlog te vinden, er kwam een onderduiker bij hun inwonen. Deze man was al twee keer uit Vught ontsnapt. Hij was heel bang om weer gepakt te worden. Hij sliep in een bedstee in een apart kamertje, boven op de hooizolder. Zijn bundeltje kleren ingesnoerd in een riem, lag op een stoel voor de bedstee, zodat hij er direct vandoor kon gaan als dat nodig was. De kinderen noemden hem “omke”. Zijn vrouw woonde in Sneek en zij wandelde regelmatig met hun kind in de

kinderwagen naar Boazum om haar man te bezoeken. Iedereen zag haar door de buurt lopen en op een gegeven moment was het niet meer vertrouwd dat hij bij hun bleef. De ondergrondse heeft hem toen naar een ander adres gebracht. Hij is een kleine twee jaar bij hen gebleven. Later bracht hij de familie iedere winter als dank een oranjekoek. Harm verbleef bij Tjitte de Wolf van 11 mei 1937 tot 1946. Hierna ging aan het werk bij Anne de Jong op de Yndyk, deze had een huis gekocht van de familie Faber op de Tsjerkebuorren, als woning voor zijn personeel. Harm bleef hier tot 1954 werken.

Het was een huis met een oude timmerwerkplaats en hok. In deze werkplaats zat onder de vloer een grind en zandopslag. Het was een opvallende plek met een leuk oud bruggetje waar ze op uit zagen. Hij ging na Anne de Jong naar Piet Bakker op Makkum als arbeider samen met Ate Bulthuis. Later alleen als melker. Dit heeft hij ook bij Douwe de Vries op de Suderdyk en bij Halbe Huitema aan de Tanialeane gedaan. Hij was een hard werkende man, die altijd met plezier zijn werk deed.




Nu zij zo dicht bij de kerk woonden werd hij in de Jaren ’70 ook lid van het klokken luiders gilde, wat de klokken moesten drie maal daags geluid worden.
De leden van het oorspronkelijke Klokliedersgilde worden ‘ingeluid’: v.l.n.r.: Ben Voulon, Marjan Voulon, Achter haar: Lipkje van der Werf, Herre van der Werf, Jacob Lanting, Hendrik Kroes, Achter hem: Swaentsje Kroes, Klaas Zantema, Tjitske Hovens Greve, Zus Hoitenga, Harm Lautenbach en Jan Zantema
Zijn overlijden
Dinsdags was altijd zijn bezoek aan de veemarkt in Sneek. Hier ging hij altijd met zijn solex naar toe met achterop een kistje met kleinvee. Zo ook op 4 augustus 1987. Deze dag werd hem fataal, hij zag altijd op zijn zakhorloge hoe laat de trein langs zou komen. Op deze dag was hij te laat of de trein te vroeg, maar het werd zijn laatste rit op de solex. Een bijzonder man is heen gegaan.