De Terp Hoekens

De Terp Hoekens en de Familie Wiarda in Boazum

Philippus Breuker heeft in diverse artikelen gemeld dat in de Middeleeuwen midden op de terp Hoekens, pontificaal een State lag. Die was in het bezit van de Jongema’s en later de Walta’s. De Jongema’s hebben begin dertiende eeuw naast die State een stuk land aan de kerk cadeau gedaan om daar het nieuwe kerkgebouw te zetten. Dat is de St Maartenskerk geworden die in 1226 werd ingewijd. De State op de Terp kwam in 1541 uit de erven Jongema door verloting aan Doeke Walta. Sindsdien is die als boerderij verder gegaan.

In 1808 kocht Sybren Hijltjes Wiarda de boerderij van Douwe Bruinsma die er volgens Breuker waarschijnlijk als strijkgeldschrijver aan was blijven hangen. Tegelijkertijd verwierf Wiarda ook Singel 1 met de achterliggende tuin. Hij verhuisde in 1810 van Deersum naar Boazum. Dat was het begin van de Wiarda Dynastie in Boazum. Zij hebben bij voorbeeld diverse huizen in het dorp gebouwd, respectievelijk herbouwd en of in eigendom gehad. Zoals: Waltawei 13, Waltawei 10, Súderdyk 7 en natuurlijk de boerderij op de terp Hoekens, waar het dit keer om gaat en Singel 1. Ze lieten ook het huis op Waltawei 4 bouwen. De eerste bezittingen van de Wiarda’s. Die laatste twee gebouwen komen ook ter sprake.

Singel 1

In 1830 woonde op het Huisnummer 33, nu Singel 1, Sybren Hijltjes Wiarda, zijn vrouw Jeltje Ymes Stellingwerf, zes kinderen en de dienstmeid Gelbrig Bavius Span. In 1840 woonde hij volgens de volkstelling op de boerderij op de Terp Hoekens!
Singel 1 werd volgens de volkstelling van 1840 gehuurd door Reinder Willems Lycklama a Nijeholt met zijn vrouw Weltje Jans Sixma (huis nr 33 E 482).
Na het overlijden van de ouders Wiarda ging Singel 1 in 1855 over aan hun zoon Jetse Sijberens Wiarda. Hij verbouwde het huis in 1858 drastisch.

De Boerderij op de Terp

Vader Sybren Hijltjes was in 1851 overleden en in 1854 overleed moeder. Uit haar overlijdensacte blijkt dat zij op huisnummer 33 was gestorven. Ze woonde toen dus weer op Singel 1.
De boerderij op de Terp ging, met de weilanden in 1859 over naar de oudste zoon Hijltje Sijbrens Wiarda en mede erfgenamen.

De boerderij kwam in feite te staan op naam van de broers Douwe en Sijbrand Sijbrens. Sijbrand werd in 1874 de enige eigenaar van de Boerderij. Hij was getrouwd met Meike Adams Jaarsma (*1829 te Haskerdijken). Hun kinderen waren: Sybren, Jetske en Jeltje.
Eind 1913 verkopen zij de boerderij. Het gaat dan om: “… eene Greidplaats te Bozum, bestaande uit Boerenhuizinge met schuur, boomgaard, hieminge, jister en erf cum annexis en eenige perceelen greidland aan den grintweg en bij den spoorweg …” Dat is samen groot: 11 ha, 80 are en 30 ca. Die grintweg heet nu De Trochsnijing. Het ging om weiland bij de afsplitsing van de Trochsnijing en de Hegedyk, bij de kruising van het spoor en de Bozumervaart en in de nabijheid van de toenmalige terp, inclusief wat nu Waltawei 4 is.

Het afgraven van de Terp

De terp en Waltawei 4 werden als één geheel gekocht door Dirk en Jan de Leeuw respectievelijk uit Irnsum en Poppingawier. De weilanden langs de Trochsnijing kwamen in handen van Lubbrigje Martens Gerbrandij. De percelen bij het spoor en de Bozumervaart, werden door de Wiarda’s bij de finale verkoop terug genomen.
Het kan niet missen of de gebroeders De Leeuw hebben de terp gekocht om af te graven!

Dit is de veldwerktekening nr. 63 van 23 februari 1914, van de boerderij op de terp. Rechtsboven ligt Singel 1. Waltawei 2 en 4 zijn precies ingetekend. Het vierde huis (rechtsonder) is Waltawei 2. De eigenaren De Leeuw worden al genoemd. De verkoper S.S. Wiarda wordt genoemd als de aanwijzer hoe de situatie er toen bij lag.
De boerderij zoals die op de Terp stond. Naar verluidt staat het echtpaar Gietema voor de boerderij. Zo te zien was er al behoorlijk kaalslag gepleegd rond de Boerderij. Volgens de kadastrale kaart stond de boerderij met de kop in de richting van de kerk.
Foto genomen op bijna dezelfde plek, maar nu met het begin van de afgraving
Nogmaals de afgraving, of liever: het uitgraven van de Terp, De boerderij is nu echt verleden tijd!

In 1914 werd de boerderij afgebroken omdat de terp afgegraven moest worden. Overigens nadat Dokter Regenbogen er nog uitgebreid zijn 25-jarig jubileum had gevierd. Aan de hand van een advertentie in de Leeuwarder Courant weten we dat hij mei 1889 in Bozum was begonnen. Het afgraven ging vooral aan de kant van de kerk dusdanig diep, dat er een wel ontstond. Om te voorkomen dat de kuil volliep met water, werd een watermolen gebouwd die het water oversloeg naar de vaart. Op de bodem van de uitgegraven terp werden volkstuintjes op de resten vruchtbare grond ingericht

De poel rond 1928, in de richting de Waltawei 2 en 4, met achter nr. 2 het silhouet van de Emma School. Het huis helemaal rechts is nr. 13. De Stal achter nr. 4 is goed te onderscheiden.

Op de veldwerktekeningen van het Kadaster is de situatie rond de Poel en Waltawei 4 in mei 1914 nog te zien.

De veldwerktekening nr. 63a van mei 1914. Tussen het huis en de afgegraven terp ligt de Jister. De boerderij is al afgebroken, maar nog dun met potlood ingetekend. Links zie je ook de vaart om de voormalige boomgaard, waar Breuker in de bijlage  hieronder, over schrijft. Deze vaart is eigendom van de kerk. Het huis met no 1041 is natuurlijk de pastorie, nu Leenders. Helemaal Rechtsboven, bij ‘Dienstjaar 1915′, is een brug getekend, waar nu nog een veekering in de Singel is terug te vinden!

Op de bodem van de afgegraven terp werden volkstuintjes aangelegd. Dat kon mooi op de resten vruchtbare aarde. Doordat er tijdens de afgraving een wel werd blootgelegd, liep de kuil langzaam vol met water. Met een molentje werd dat water weggepompt, maar toen tijdens een storm het molentje naar de ‘barrebiesjes’ ging en de kuil volliep, werden de volkstuintjes achter de kerk (tussen de Singel en het kerkhof), opnieuw ingericht. Ook daar zijn ze nu verdwenen.

Een foto van De Poel met rechts de watermolen.

De Poel was ‘geboren’. Sindsdien zijn bezoekers steevast razend enthousiast over dit pittoreske deel van Boazum. Boazumers zelf vinden de aanwezigheid van De Poel natuurlijk ‘normaal’.

De achtereenvolgende eigenaars

Omdat De Poel nog steeds bij Waltawei 4 hoort, zijn de eigenaren van dat huis automatisch ook bezitter van De Poel. Een deel van De Poel is nog altijd ook eigendom van de Kerkvoogdij. Terwijl door afkalving, ook nog een deel van de Poel bij de voormalige Pastorij hoort. In 1917 hebben de Gebroeders De Leeuw in samenspel met de kerkvoogdij, vanwege het feit dat die de oppervlakte van de oorspronkelijke vaart rond de voormalige boomgaard in eigendom hebben, de afgegraven terp met huis en de tussenliggende jister (die steeds apart wordt gemeld) verkocht aan Fedde Breeuwsma.
Wijtze Martens, bakker in Sneek, wordt vervolgens eigenaar, nadat hij eerst nog enige tijd samen met Breeuwsma eigenaar was.
Dan wordt in 1923 Gerrit Minnes Wiersma uit Itens eigenaar van het geheel. Bij zijn overlijden wordt het geheel in 1936 aan Lolke Cuperus verkocht. Echter, een jaar later verhuist hij en doet hij Poel en huis terug aan Trijntje Kingma, de weduwe van Gerrit Minnes Wiersma. Zij komt weer terug en blijft hier tot November 1950 wonen, als zij komt te sterven. De woning wordt ondertussen nog in ‘de tweede woning’ door verschillende andere mensen bewoond. Onder het verhaal over Waltawei 4 komen we hier nog op terug.
Gerben Annes Stenekes verwerft huis en poel in 1951.
Het huis en de Poel worden april 1966 verkocht aan Dokter Volkers. Achtereenvolgens worden dan Het Prinses Beatrix fonds, Germ Stenekes en nu dan zijn Rob Drapers & Dineke Grootveld eigenaren van het huis en hun deel van De Poel.
Bij de geschiedenis van Waltawei 4 besteden we meer aandacht aan de eigenaren.

Bijlagen:

Bericht uit de Leeuwarder Courant van 22 juli 1915:

Krantenberichtje uit de Leeuwarder Courant van 23 juli 1915 over het uitgraven van de Terp Hoekens

 

Beschrijving door Philippus Breuker van het ontstaan van de Poel in 1915 in de Doarpsskille nr. 6 van mei 1987. (let op: waar je ‘Van der Werf’ leest, lees je nu: ‘Adema-Van der Werf’)


In de Doarpsskille van een maand later meldt Breuker nog dat de Terp 18 steek diep is uitgegraven. Dat zal dan waarschijnlijk in de hoek bij de kerk zijn geweest, vermoedt hij.

Jappie Lanting heeft in januari 2000 in de Doarpsskille over De Terp en Waltawei geschreven:

Een volgende keer gaan we verder over Waltawei 4

Bronnen:

Het Kadaster,
Het foto archief van Frans Tolsma.
Artikelen van Philippus Breuker en Jappie Lanting uit de Doarpsskille nr. 6 van mei 1987 en van nr 1 januari 2000,
de Leeuwarder Courant van 23 juli 1915.