Een aantal molens in en om Boazum.

Door de vele vaarten en polders had Boazum vroeger veel water- en poldermolens in en om het dorp. We hebben een paar kunnen terug vinden.
We beginnen vanaf de Flearen, hier heeft ongeveer honderd meter uit de woning van Looyenga (nu Willem Visser) richting de boerderij van Schuurmans een water-of poldermolen gestaan. Deze is gebouwd in 1831 en afgebroken ongeveer 1850. Op de plaats van deze molen staat nu een gemaal



Er was ook een molen tegenover de boerderij van Sipke Speerstra met een molenaarswoning. Deze diende om de Heidema polder droog te houden. Bij graafwerkzaamheden vond Speerstra op deze plaats het stenen fundament van kalkzand. Omdat deze kalkzandstenen goedkoop waren zijn er in die tijd veel huizen gebouwd van kalkzandsteen. Het huis van Peter Heins is er toen voor in de plaats gekomen.
Er stond een molen aan de Boazumer feart, tussen de Zwette en de Sylsterdyk. Vanaf de boerderij van Schuurmans voorbij de eerste bocht. Hier stond een Spinnekop molen 35 ha. Deze spinnekop stond mogelijk bij de Zate van Schuurmans en had een vlucht van 9.30 meter [afstand tussen het noordelijk punt en het zuidelijk punt]. Dit was een van de 36 molens die op 22 aug 1922 door het Waterschap Scharnegoutum c.a. op afbraak werden verkocht, nadat de drie grote windmotoren in bedrijf waren gekomen. Alle molens moesten na aankoop nog in 1922 door de koper worden verwijderd, anders zouden ze terug vallen aan het waterschap.

Aan de Súderdyk bij de familie Roorda stond vroeger achter deze boerderij een kleine spinnekop molen, die het water van deze polder via de Boazumerfeart afvoer naar de Zwette.

De volgende molen stond aan de Slachtedyk net voorbij Blauwpan Dykhûs. Deze molen zou zijn gebouwd in 1832 en is verdwenen rond 1921 (zie de foto aan het begin). Hij stond aan de reed naar Pieter Hessels Wiersma later Feite Hofman nu Gerben en Wimke de Boer. Er was aan de linker kant een stukje grond (landtong) waar jaren lang een molen stond. Deze molen maalde het water naar de Franekervaart. De molenaar of beheerder woonde op Blauwpan Dykhûs. Deze molenaar is volgens overlevering op tragische wijze door een klap van een van de wieken om het leven gekomen. (Zie foto molen boven).
Spinnekop molen met woning.

De Amerikaanse Windmotor van de Zwartemolen
We gaan nu naar Makkum waar bij de boerderij van Stenekes, nu Feike Bakker, bij Zwartemolen een Amerikaanse windmotor stond. Hij was een van de drie molens die in de plaats kwam van vele spinnekop molentjes, die hier in de polder stonden.

Deze molen is een aantal jaren geleden afgebroken. Hij voerde het water uit de polders via de sloten en Franekervaart af. Hier voor in de plaats kwam een gemaal.

Via de camping van de familie de Boer over de spoorwegovergang, aan de Singel was aan de linkerzijde, in het land van de Gebr. de Boer een ijsbaan (jaren 30 en 40). Deze werd met behulp van een kleine windmolen onder water gezet. De mensen die deze ijsbaan hebben aangelegd en de molen hebben gebouwd staan hier op de foto.


Deze molen had verder geen functie.
Naast de Ned. Herv. Kerk was vroeger de terp met boerderij van de fam. Wiarda. De boerderij werd verkocht en is in 1914 afgebroken. Daarna is men begonnen met het afgraven van de terp. Deze terpaarde werd verkocht als vruchtbare grond. Achteraf hebben ze wat te veel van deze aarde afgevoerd. Op deze plek hadden dorpsgenoten vele jaren een volkstuin. Er stond wel eens wat water op deze plaats, dus werd er een molen geplaatst om dit water af te voeren. Dit ging goed, tot op een nacht door zware storm de molen omwoei. Zo moet die nacht de poel zijn ontstaan. En de volkstuintjes kwamen nu achter de kerk.

De Spinnekopmolen aan De Zwette

Op het einde van de Tanialeane waar vrouw Postma woont (voorheen Piersma en Huitema), stond op de grens met het land van Hoitenga een molen, die het land van de terp, waar nu het sportveld en de landerijen van Huitema en Hoitenga liggen, droog moesten houden. Deze molen is in de jaren ’70 van de vorige eeuw afgebroken. Achter de boerderij van Huitema was later de ijsbaan, (jaren ’50 en ’60) die door deze molen onder water werd gezet.







De molen van Sintje Wybrens uit 1758
In de Doarpsskille van Juni 1971 heeft Philippus Breuker melding gemaakt van een Boazumer timmerman uit de 18e eeuw, die een molen had ontworpen, welke goedkoper was dan de toen gangbare. Hij meldde daarover (in het Fries) het volgende:
Timmerman Sintje Wybrens (niet Sybrens) was katholiek en bouwde in 1754 een huis op een lege plek, waar al eens een huis had gestaan. Dat was naar alle waarschijnlijkheid ter plaatse van het huis De Kamp 10, waar vroeger timmerman van der Berg, later timmerman Grijpstra en nu de familie Engelsma woont. (Toen was het dus al een Timmermanswerkplaats) Hij zal ongeveer 1784-1785 gestorven zijn, want toen kwam zijn zoon Beint Sintjes in de zaak. Die noemde zich later Schaafsma.
Hij probeert een octrooi voor zijn molen aan te vragen, die heel wat goedkoper is als andere molens. De gangbare molen hield ongeveer 50 pondenmaat (±17 ha) droog en kostte 250 carolusguldens (c.g.) en aan onderhoud 15 c.g. De molen van Sintje Wybrens kostte slechts 100 c.g. en aan onderhoud 4 c.g. Hij maalde 2,5 voet op. Hij had ook een kleinere molen die 25 pm (±8 ha) droogmaalde en 1,75 voet. Die kostte 60 c.g. en aan onderhoud 4 c.g. De derde maat maakte 15 p.m. (±5 ha) en 1,5 voet droog en kostte 35 c.g. resp. 2,5 c.g. aan onderhoudskosten.
Uit het verslag van Van Aylva, Arnoldi en Van Sminia blijkt het volgende.
Op 31 mei 1758 bekeken ze te Easterwierrum, waar de kleinste molen stond, die 15 p.m. kon bemalen. De as was zo dik als een zware Juffer van 14 voet en had aan de ene kant twee roeden van 8 à 9 voet met wagenschot in plaats van zeil op latten en aan de andere kant een schepradje van zo’n vier voet met 3 duims plankjes en een gangbaar waterbakje. In plaats van een scheprad en bak, kon volgens de baas ook wel een schroefrad worden gemaakt, dat hij veel beter vond. De roeden waren met een ijzeren ring aan de as bevestigd en konden daar makkelijk vanaf genomen worden.
De heren merkten op dat er “Enigszins zweemt naar de bekende kleine Water jaskers, dogh merkelijk verbeetert en meer effect doende.” En vervolgden dan:
“Inplaats nu dat de jaskers worden ondersteunt van twee kruisweegs op elkander staande stokken of sparren, en zig na de wint niet kunnen draijen, maar t’elkens verzet moeten worden, zoo is hier ondergepractiseert een machine van rib, waaraan de schepradsbak is vastgemaakt, en waardoor de as even achter de roeden, gedragen wordt, alles steunende op een ronde in de grond staande paal, daar het geheele werk om heen draait, wordende gedreven door een windbord of staart, zoo als dagelijks aan de pompmolens in het veen geschiedt, zoo dat de gehele machine sigh zelve kan redden, en zonder oppasser maalen.”
De molen kon makkelijk uit elkaar worden gehaald en door twee man verplaatst worden. Er hoefde geen oppasser bij. Hij kon veel goedkoper als anderen met hetzelfde effect. Daarbij kon hij binnengehaald worden. Reden waarom Van Aylva c.s. adviseren octrooi of een gratificatie te geven. De Bozumer molenmaker kreeg beide, zoals wij al eerder zagen.
Of hij er veel heeft gemaakt, is niet bekend.
Ph. H. Breuker

De schets van de bewuste molen van Sintje Wybrens.

Op de website “Database verdwenen molens” staan nog meer molens die in en om Boazum hebben gestaan. Maar helaas heb ik daar geen fotos van. Wie zou mij daar aan kunnen helpen. Graag dan een berichtje naar: franstolsma@ziggo.nl
De molens die volgens het Kadaster in 1832 in Boazum waren:
Kad. Nr.
Baard E Eigenaar woonplaats legger nr.
036 Bouke R. Buringa Bozum 039
061 Schwarzenberg Higtum 249
074 Erven Bouke O. Sijperda Bozum 278
146 TMT Looxma Leeuwarden 179
164 Erven Sjoerd J. Gerbrandy Bozum 089
175 Tjerk Gosses Koopmans Bozum 162
179 Pieter Wijbes Setstra Bozum 251
188 Bauke Rintjes Buringa Bozum 270
201 Isaac Wouters Sneek 326
239 Dirkjen H. Van Dijk Bozum 064
(ev PH Wiersma)
255 Jan J. Tjaarda Weidum 287
288 TMT Looxma Leeuwarden 179
322 H.J. Wiersma & mede eig. Bozum 324
328 DPK Reneman Leeuwarden 222
337a Bernardus Buma Weidum 038
349 Kerk Bozum en mede eig. Bozum 146
434 Age Benzo Looxma Rijperkerk 178
512 Schwarzenberg Higtum 249
535 Wed. GT. Bootsma + m.eig. Bozum 032
541 W.Albarda Leeuwarden 008
Met de samengestelde kadastrale kaart uit 1832 van het dorpsgebied van Boazum in 1832. De molens zijn in rood gemerkt.

Bronnen:
Archief Ten Bruggencate
Kadaster – Archiefviewer
database verdwenen molens.nl.
Verkoopboekje van het Waterschap Scharnegoutum c.a. 1922
Advertentie Leeuwarder Courant uit 1838 en 10 aug 1922
De Doarpsskille van Juni 1971
En Durk Postma (molenmaker) te Winsum