Overzet Zwette bij het “Deersumer Húske”

Overzet Zwette bij het “Deersumer Húske”.

Als we wandelend of fietsend van Boazum naar Dearsum willen, kunnen we tegenwoordig gebruik maken van het bruggetje over de Zwette. Dit was tot aan het begin van de vorige eeuw niet mogelijk. Men werd toen met een bootje overgezet.

Overzet van Dearsum naar Boazum

Ook schoolkinderen uit Dearsum maakten na de opheffing van de openbare lagere school in Dearsum gebruik van de overzet naar Boazum. We duiken even in de geschiedenis van de school in Dearsum en deze leert ons, dat in 1675 de eerste schoolmeester werd aangesteld. In 1819 werd er een nieuwe school geopend, die in 1832 werd verbouwd. Het opheffen van basisscholen in kleine dorpen komt tegenwoordig helaas veel voor. Ook in 1934 was dit het geval in Dearsum. Het leerlingentotaal was niet meer toereikend, daarom werd de school opgeheven en gingen de kinderen naar lagere scholen in Boazum en Scharnegoutum. Het schoolgebouw werd later en wel in 1979 gesloopt. In Boazum had men de keuze uit een bijzondere en een openbare school. De schoolkinderen uit Dearsum maakten daarbij gebruik van de overzet bij het “Deersumer Húske”; voor hun de kortste weg richting school.
Het “Deersumer Húske” aan de Zwette of Sneker Trekvaart werd gesticht in 1787. De Zwette werd al veel eerder namelijk in 1525 gegraven. De naam Zwette oftewel Swette is oud fries voor grens. De vaart vormde de grens tussen het toenmalige Oostergo en Westergo.
Naast het “Deersumer Húske” stond ook en houten loods, deze was als stal ingericht en men verzorgde hierin enkele koeien. Het huisje was bovendien een stopplaats voor schippers van trekschuiten.

Het heechhout

Het was ook wel bekend onder de naam “De Reade Hoas”. Brieven en pakjes, die richting Dearsum moesten, konden hier worden afgegeven. Het huis bezat tevens een tapperij; waar het ongetwijfeld goed vertoeven was.

De bewoners van het “Húske” verzorgden de overzet voor voetgangers en fietsers en dat niet alleen overdag maar ook ’s nachts; bij nacht en ontij dus. Een overzet kostte rond 1900 1 cent en een retourtje 1 botsen (2,5 cent); later werd dit 1 stuiver en 1 dubbeltje. Mensen, die er regelmatig gebruik van maakten, konden een abonnement afsluiten. De overzet gebeurde eerst met een schouw; later met een roeiboot. Wanneer het ijs nog niet betrouwbaar was, werden er ‘s winters planken over de Zwette gelegd.

Het Deersumer Húske

Er werd regelmatig gebruik gemaakt van de overzet. Zo rond 1840 maakte een bakkersknecht uit Dearsum er gebruik van om brood te bezorgen aan de Boazumerkant van de vaart. Op zondag maakten kerkgangers gebruik van de overzet op weg naar de Gereformeerde Kerk in Boazum. De postbode uit Dearsum was ook een regelmatige gast aan boord. Na 1904 waren er al kinderen uit Dearsum, die de oversteek namen op weg naar de bijzondere school in Boazum. De overzet moest eerst zelf betaald worden, later betaalde de school het geld.
In 1962/1963 werd er een vaste brug over de Zwette aangebracht. Het pad was al geruime tijd verhard (na 1934). Dit betekende het einde van de overzet. De leden van de familie van den Berg, bewoners van het “Húske”, waren de laatsten, die de overzet met de boot verzorgden.
Het “Deersumer Húske” werd aan het begin van deze eeuw afgebroken en heeft plaats gemaakt voor een nieuwe woning.